Blog13 okt 2020

Belangrijkste wijzigingen release iJW en iWMO 3.0

De laatste release (2.4) van iJW en iWMO lijkt nog maar net achter de rug of de volgende staat al klaar. De overgang naar 3.0 wordt aangeduid als een major release. Deze release heeft een grote impact op de technische en functionele processen in jouw zorgorganisatie. Daarom zal deze release ook live gaan per 1 januari 2021 in plaats van, zoals normaliter, per april.

In deze publicatie nemen wij je mee in de wijzigingen die voortkomen uit de release 3.0 voor de iWMO en iJW.

Beschikking uit toewijzingsbericht & Toewijzingsnummer verplicht

Het onderdeel beschikking is in de nieuwste release verwijderd. Alhoewel ze nog wel in een verzoek om toewijzing kunnen worden meegestuurd. Daarentegen is het toewijzingsnummer verplicht geworden. Het beschikkingsnummer verwijst eigenlijk naar de papieren beschikking vanuit de gemeente. Nu blijkt in de praktijk dat dit niet één op één wordt overgenomen.

Daarom is er besloten deze relatie los te laten en het toewijzingsnummer meer van belang te maken. Door een uniek toewijzingsnummers verplicht te maken kan er bij een verzoek om wijziging naar verwezen worden. Het is in de praktijk vaak dat er voor elk product een nieuwe beschikking met nieuw toewijzingsnummer wordt toegestuurd. Wanneer een beschikking afloopt wordt deze gestopt en weer een nieuwe aangemaakt. Deze beschikkingen worden dan ook doormiddel van een stopbericht gestopt, terwijl het eigenlijk geen stop is. Door middel van het verplicht stellen van een uniek toewijzingsnummer kunnen in het vervolg verlengingen makkelijker worden toegestuurd en hoeven er geen onnodige start- en stopberichten gestuurd te worden.

De gemeenten zijn in de lead als het gaat om deze wijzigingen. Zij moeten controleren of zij voor elke cliënt een uniek toewijzingsnummer hebben. Indien dit niet het geval is, moeten zij de oude toewijzing per 31-12-2020 beëindigen en een nieuwe toesturen met als startdatum 01-01-2021. Deze nieuwe JW301’s zullen dan alle toewijzingen in één bericht bevatten.

Bij een verlenging of wijziging is het van belang dat alle toewijzingen worden meegenomen in de berichten. Denk hierbij aan de werkwijze van de WLZ als het gaat om een AAT.

Verzoek om wijziging & antwoorden op dit verzoek

Op dit moment is een verzoek om wijziging niet mogelijk via het berichtenverkeer en moet er alsnog buiten het berichtenverkeer om gecommuniceerd worden met de gemeenten. Vanaf de 3.0 is het mogelijk om via het berichtenverkeer door middel van een Verzoek om Wijziging (VOW) te communiceren. In dit bericht vermeldt de zorgaanbieder alle gewenste zorg. Zoals hierboven al vermeld is; het is vanaf de nieuwe release belangrijk dat alle zorg in één bericht wordt meegenomen. De gemeente kan dit dan toewijzen of afwijzen door middel van een antwoord- bericht (JW319).

Het antwoorden van de VOW wordt gelijkgetrokken met de antwoorden van de VOT.  Indien de gemeenten niet binnen 5 werkdagen een antwoord heeft op de VOW, kunnen zij dit bericht beantwoorden met dat zij nog onderzoek gaan doen. Dan hebben zij maximaal 8 weken de tijd om alsnog te antwoorden. Een VOW bevat altijd reverentie Aanbieder. De gemeente zal dit ook gebruiken in haar antwoorden, waardoor de aanbieder het kan koppelen aan het aangevraagde product.

Alle wijzigingen van het nieuw declaratieproces op een rij

Er ligt binnen het sociaal domein al langer het verzoek om de complexiteit en diversiteit te verminderen. Vanuit deze wens is er besloten om vanaf 2021 een aantal wijzigingen in facturatie- of declaratieproces aan te passen. Hieronder zetten we deze wijzigingen op een rij.

  1. De mogelijkheid om te factureren via het berichtenverkeer komt te vervallen voor geleverde zorg vanaf 1-1-2021. Daarbij kunnen de declaraties alleen nog maar per maand ingediend worden en niet meer per vier weken.  Toewijzingen kunnen wel nog afgegeven worden met een andere frequentie, zoals per week.
  2. Er komt een nieuw berichtenpaar voor het declareren van geleverde zorg vanaf 1-1-2021. Dit worden het 323 (declaratiebericht) en 325 (antwoordbericht van de gemeente) bericht. Tevens betekent dit dat er geen gedeeltelijke goedkeur op een declaratieregel meer kan plaatsvinden.
  3. Voor de zorg geleverd tot en met 31 december 2020 kan er gedeclareerd worden via het oude proces (303/304) tot eind 2021.

De volgende declaratieprocessen verdienen extra aandacht

Er zijn een aantal zaken die aandacht vragen van zorgaanbieders tijdens de overgang naar het nieuwe declaratieproces. Deze hebben we hieronder op een rijtje gezet.

  1. Jaarafsluiting van 2020 vindt plaats op basis van 303-berichten. Alle zorg die geleverd is in 2020 moet daarom ook gedeclareerd worden op basis van de 303-berichten (al dan niet als declaratie of facturatie). Ook correcties op afgekeurde regels dienen via de 303-berichten gedeclareerd te worden. Stem als zorgaanbieder daarom goed met je softwareleverancier af dat beide berichtensystemen (303/304 en 323/325) bruikbaar blijven in 2021.
  2. Controleer of doorlopende toewijzingen na 1-1-2021 gedeclareerd kunnen worden. Stel een cliënt is in april 2020 gestart met een zorgtraject en dit traject loopt door tot april 2021. Deze wordt per maand gedeclareerd. Tot 31-12-2020 zal dit via de 303-berichten gaan, maar vanaf 1-1-2021 zal dit via de 323-berichten gedeclareerd moeten worden. Een zorgaanbieder zal in samenspraak met de gemeente moeten toetsen of een doorlopende toewijzing op technische grond door kan gaan of dat deze aangepast dient te worden.
  3. Het boekjaar 2020 eindigt dit jaar op een donderdag en dat heeft implicaties voor de zorg die in week 53 geleverd wordt. Voor de inspanningsgerichte variant geldt dat prestaties geleverd op 28 t/m 31 december 2020 worden gefactureerd volgens de declaratieregels van 2020 (303/304-berichten). Voor outputgerichte uitvoeringsvariant geldt dat omdat de zondag van week 53 valt in declaratieperiode van 2021, wordt er gedeclareerd volgens de declaratieregels van 2021.
  4. Indien er doorlopende inkoopcontracten zijn waarin is afgesproken om te werken volgens het facturatieproces, dan gaan deze per 1 januari 2021 over naar een declaratieproces. De regels van de istandaard zijn namelijk hierin leidend boven contractuele afspraken.
  5. Tariefinrichting per 4 weken of per jaar zijn niet meer mogelijk. Een tarief per week kan nog wel ingericht worden en zal door middel van een omrekenmodel vertaald worden naar een declaratie op maandbasis.

Moeten we nu alles wat over 2020 of eerder nog gedeclareerd moet worden ook omzetten?

Nee, dat hoeft gelukkig niet. De huidige facturatieberichten blijven nog wel beschikbaar voor prestaties die in 2020 of daarvoor zijn geleverd. Bepaalde doorlopende toewijzingen dienen (zoals per 4-weken, per jaar) dienen te worden omgezet naar de nieuwe standaard (declaratie per maand). Voor aspecifieke toewijzingen mag een budget worden toegekend voor een toewijzingsperiode, maar mag de omvang van deze inzet niet langer worden gespecificeerd.

Verduidelijking proces administratief stoppen zorg

Het administratief stoppen van de zorg kan zowel vanuit de gemeenten als vanuit de zorgaanbieder. Belangrijk hierbij is te weten wanneer je welke berichten moet sturen.

Verplicht woonplaatsbeginsel

Eerder zou het woonplaatsbeginsel van start gaan per 1 januari 2021, dit is door omstandigheden met een jaar uitgesteld.

Lees ook: het woonplaatsbeginsel op weg naar verbetering

Het woonplaatsbeginsel gaat wel meegenomen worden in het berichtenverkeer. Dit betekent dat gemeenten een verzoek om toewijzing kunnen afkeuren met de reden dat zij niet de verantwoordelijke gemeenten zijn. In ditzelfde bericht kunnen zij de gemeente die wel verantwoordelijk is benoemen. Hierdoor weet de aanbieder bij welke gemeente hij dan wel moet zijn.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Zo ben jij elke maand op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de zorg!

Gerelateerde berichten

Blog29 mrt 2025

Speech-to-text in Medicore: tijdwinst met Verticai & Medendo

Lees meer
Blog29 mrt 2025

Medicore UP: De virtuele ECD/EPD assistent die je tijd en inzichten teruggeeft

Lees meer
Blog28 mrt 2025

Het Medicore-ecosysteem efficiënter werken: Verminder administratieve lasten in GGZ en jeugdzorg

Lees meer
Blog08 jul 2020

De (on)mogelijkheden voor toegang voor ouders tot een cliëntportaal

De eerste stappen voor toegang ouders tot cliëntportaal kind

Veel jeugdzorg behandelaren hebben de wens om ouders toegang te geven tot het wellbee cliëntportaal. Maar is de IT er ook klaar voor? Ja en nee.

Even terug naar de basis. Waarom is toegang voor ouders en wettelijke vertegenwoordigers tot het wellbee cliëntportaal zo belangrijk? Dat zie je bijvoorbeeld al bij aanvang van de behandeling: er is bij kinderen een akkoord van beide ouders nodig om te kunnen starten me een behandeling. Hoe makkelijk zou het zijn als zij gewoon in het cliëntportaal digitaal akkoord op de behandeling kunnen geven?

ECD-leveranciers zetten eerste stappen om ouders toegang te geven

Zijn ECD-leveranciers inmiddels zo ver om ouders toegang te verschaffen? Nog niet helemaal en zeker niet alle ECD-leveranciers, maar een kleine groep zet al wel de eerste stappen. Bij Medicore zijn we aangesloten bij het programma Machtigen van Logius & VWS en praten we mee over de oplossingen die nodig zijn.

Logius heeft in samenwerking met VWS in Q4 2019/Q1 2020 een proof-of-concept uitgevoerd waarbij moeders op basis van hun BSN met DigiD-toegang verkregen tot het cliëntportaal van hun kind. Waarom moeders? Omdat de wettelijke vertegenwoordiging van moeders eenvoudig op basis van het Basis Register Persoonsgegevens (BRP) vastgesteld kan worden. Klinkt eenvoudig toch? Vaders toegang geven blijkt helaas minder eenvoudig. Want de wettelijke vertegenwoordiging van vaders wordt niet automatisch in het BRP geregistreerd. Kortom, om beide ouders toegang te verlenen op basis van het BRP zal er dus anders aan de bron geregistreerd moeten worden. En dit kost tijd.

En stel de toegang voor wettelijke vertegenwoordigers is geregeld; welke informatie mogen ouders dan zien; beide dezelfde informatie of juist een gescheiden dossier? Want wat doe je in geval van een ‘vechtscheiding’? Vooralsnog wordt er op landelijk niveau gewerkt aan een ‘informatiestandaard’. Denk daarbij aan een soort ZorgInformatieBouwsteen (ZIB) waarop ouders bepaalde informatie te zien krijgen na het inloggen in het dossier van het kind. Ook dit is nog volop in ontwikkeling.

Staatssecretaris Knops liet de Kamer twee weken geleden weten dat het programma Machtigen vertraagd is en pas in de tweede helft van 2021 beschikbaar zal komen.

Kortom, zowel de praktijk als de wet- en regelgeving op dit gebied is nog niet zo ver. Juist daarom zitten we nu bij de Logius & VWS aan tafel waar we mee kunnen denken en praten over de oplossingen. Ook doen we verkennend onderzoek waarbij we de wensen van onze opdrachtgevers in kaart brengen.

Verkennend onderzoek

Omdat we het belangrijk vinden een zo compleet mogelijk beeld te krijgen, hebben we vierde jaars student Business Informatics Charlotte Kuijer gevraagd hier uitgebreid onderzoek naar te doen. Zij gaat zich verder verdiepen in de wet- en regelgeving en de praktische vertaling ervan naar de praktijk zodat behandelaren zo eenvoudig mogelijk straks ouders toegang kunnen geven tot het medisch dossier van hun kind.

Gerelateerde berichten

Blog29 mrt 2025

Speech-to-text in Medicore: tijdwinst met Verticai & Medendo

Lees meer
Blog29 mrt 2025

Medicore UP: De virtuele ECD/EPD assistent die je tijd en inzichten teruggeeft

Lees meer
Blog28 mrt 2025

Het Medicore-ecosysteem efficiënter werken: Verminder administratieve lasten in GGZ en jeugdzorg

Lees meer
Whitepaper06 jul 2020

Ontwikkelingen Jeugdwet iJw3.0

Factsheet Jeugdwet iJw3.0

Begin april zijn door Zorginstituut Nederland de definitieve specificaties van de iJw3.0 standaard gepubliceerd. Deze gaat per januari 2021 in en vervangt de iJw 2.4. Het is een grote release, die lang gewenste verbeteringen brengt om administratieve lasten te verlichten.

De iJw-standaard is op een aantal punten aangepast, om:

– Procesafspraken en automatisering te introduceren, die operationele communicatie buiten het berichtenverkeer om vermindert;
– Minder diversiteit in de financiële administratieve afhandeling van geleverde zorg;
– Ondersteuning informatieverplichting van gemeente naar zorgaanbieder rondom woonplaatsbeginsel.

Ben je benieuwd wat de wijzigingen voor jouw zorgorganisatie betekenen? Wil je weten wat de 12 declaratievarianten zijn en wat de bijbehorende afspraken zijn voor toewijzing? In de Factsheet ‘Ontwikkelingen Jeugdwet iJw 3.0’ lees je alle ontwikkelingen rondom de nieuwe Jeugdwet iJw 3.0 en geven we antwoord op deze vragen.

Mail mij deze factsheet

Vul onderstaand formulier in om de factsheet te ontvangen.

Door op de button te klikken ga je akkoord met het Medicore privacy statement.

Gerelateerde berichten

Blog29 mrt 2025

Speech-to-text in Medicore: tijdwinst met Verticai & Medendo

Lees meer
Blog29 mrt 2025

Medicore UP: De virtuele ECD/EPD assistent die je tijd en inzichten teruggeeft

Lees meer
Blog28 mrt 2025

Het Medicore-ecosysteem efficiënter werken: Verminder administratieve lasten in GGZ en jeugdzorg

Lees meer
Blog15 jun 2020

Het woonplaatsbeginsel jeugdwet: op weg naar verbetering

Al snel na de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten vanaf 2015 werd duidelijk dat het woonplaatsbeginsel in de jeugdwet veel problemen veroorzaakt. Het woonplaatsbeginsel regelt welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de jeugdhulp. Op dit moment is de gemeente waar de gezaghebbende ouder van het kind woont verantwoordelijk.

Er kan onduidelijkheid ontstaan welke gemeente verantwoordelijk is als gevolg van het feit dat gezagsrelaties ingewikkeld liggen of ouders vaak verhuizen. De continuïteit van de zorg, of de betaling aan de jeugdhulpverlener kunnen dan in gevaar komen. Wat zijn de huidige ontwikkelingen binnen het woonplaatsbeginsel?

Van uitstel komt hopelijk geen afstel!

Een wettelijke vereenvouding van het woonplaatsbeginsel wordt al vanaf 2018 voorbereid.

Omdat het verdeelmodel ook aangepast moest worden en de verandering invloed heeft op de administratieve processen en afspraken kost de invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel tijd.Na een eerder uitstel van één jaar met invoering per 1 januari 2021, is bekend geworden dat er wederom sprake is van uitstel van één jaar. Reden is de coronacrisis, in combinatie met het extra werk dat ontstaat doordat de centrale BRP-voorziening niet geraadpleegd mocht worden. De webapplicatie die ter beschikking zou worden gesteld aan gemeenten – om de adreshistorie van de jeugdige te raadplegen – zou gebruik maken van deze centrale BRP-voorziening. En hiervoor blijkt in de wet geen grondslag. Gemeenten mogen alleen hun lokale BRP raadplegen om een historisch adres terug te zoeken.

Het nieuwe woonplaatsbeginsel jeugdwet per 1 januari 2022

In het nieuwe woonplaatsbeginsel is de volgende gemeente verantwoordelijk voor de financiering van de jeugdhulp:

  • Ambulante zorg: Gemeente waar jeugdige staat ingeschreven volgens de BRP.
  • Zorg met verblijf: Gemeente waar jeugdige stond ingeschreven direct voorafgaand aan zorg met verblijftraject.
  • Combinatie van zorg met verblijf en ambulante zorg: Zorg met verblijf is leidend. De gemeente die als verantwoordelijke wordt aangewezen voor de zorg met verblijf, is onder het nieuwe woonplaatsbeginsel verantwoordelijk voor zowel de ambulante zorg als de zorg met verblijf.

Gemeenten en zorgaanbieders zijn via een webinar geïnformeerd over de implementatiestappen die uitgevoerd moeten worden.

Stappenplan woonplaatsbeginsel jeugdwet

Het jaar uitstel betekent niet dat er nu niets hoeft te gebeuren.

Het is belangrijk dat een half jaar voordat het nieuwe woonplaatsbeginsel ingaat, duidelijk is welke jeugdigen overgaan naar een andere gemeente, zodat tijdig nieuwe contracten geregeld kunnen worden. De gemeenten zijn als eerste aan zet. De gemeente die onder het huidige woonplaatsbeginsel verantwoordelijk is, moet uitzoeken wanneer het (aaneengesloten) verblijf is begonnen. Wanneer gemeenten dit niet of onvoldoende kunnen bepalen, vragen zij aanvullende informatie op bij de zorgaanbieder of hun onderaannemer.

Gemeenten zullen vooral hulp nodig hebben bij cliënten die al voor 1 januari 2015 ingestroomd zijn in de jeugdzorg, omdat gemeenten toen nog niet verantwoordelijk waren voor de financiering. Maar ook bij resultaatgerichte bekostiging, waarbij de gemeente mogelijk geen zicht heeft of er verblijf is ingezet, zal de gemeenten informatie nodig hebben van zorgaanbieders. Zorgaanbieders mogen de gevraagde gegevens verstrekken aan gemeenten op basis van artikel 7.4.0. van de Jeugdwet.

Vervolgens worden aanbieders door gemeenten geïnformeerd over jeugdigen die per 1 januari 2022 administratief naar een andere gemeente verhuizen. Mogelijk heeft een aanbieder met deze gemeente nog geen contract. De gemeente is verantwoordelijk om contracten af te sluiten met aanbieders waar nog geen contract mee is.

Verwachte hobbels Woonplaatsbeginsel jeugdwet

De uitzoekklus van gemeenten zal niet zonder slag of stoot verlopen.

Binnen de zittende populatie zal van een aantal jeugdigen met jeugdhulp met verblijf de startdatum van (aaneengesloten) verblijf moeilijk vast te stellen zijn. Daarnaast is de definitie van (aaneengesloten) verblijf een lastige. Zo kan er bijvoorbeeld een weekend tussen de uitschrijving bij de ene zorgaanbieder en de inschrijving bij de andere zorgaanbieder zitten.

En er zijn diverse hulpvormen die verblijf en ambulante zorg combineren. Dan blijkt uit een elektronisch dossier wellicht niet duidelijk of het om aangesloten verblijf gaat. En naast verblijf in het kader van de jeugdwet dient ook rekening te worden gehouden met verblijf in het kader van de WMO en JJI (Justitiële Jeugdinrichting).

Dit alles zal met regelmaat om een uitgebreide dossieranalyse vragen, waarbij de verwachting is dat deze inspanning bij de zorgaanbieders en hun onderaannemers komt te liggen. Vervolgens kan er onenigheid ontstaan tussen gemeenten over de vastgestelde datum in zorg, waardoor de nieuwe gemeenten een eerdere analyse opnieuw zal willen uitvoeren. Wanneer de uitkomst van de analyses niet overeenkomen kan de geschillencommissie Sociaal Domein ingeschakeld worden.

Vervolgens zullen de volgende uitdagingen optreden:

  • Lukt het om tijdig een overeenkomst met de nieuwe gemeente te tekenen? Het eerste jaar dient de nieuwe gemeente het tarief van de oude gemeente over te nemen. Maar wat als de zorg gecontinueerd wordt middels een hoofd- en onderaannemerschapsconstructie met een zorgaanbieder die al wel een contract heeft met de betreffende gemeente?
  • Lukt het om het berichtenverkeer tijdig op orde te krijgen? Afhankelijk van de hoeveelheid mutaties in verantwoordelijke gemeenten, zal een zorgaanbieder te maken krijgen met extra te verwerken toewijzingen en start- en stopberichten.
  • Nieuwe instroom : Ook binnen deze populatie kan het woonplaatsbeginsel wisselen per 1 januari 2022. Zorgaanbieders worden op peildata hierover geïnformeerd door gemeenten. Hoe korter voor 1 januari 2022 de instroom is, hoe minder tijd om het contract tijdig op orde te krijgen met de nieuwe gemeente.

Zorgvuldigheid voorop

Het is duidelijk dat er een intensief traject aankomt, voor zowel gemeenten als zorgaanbieders.

Ondanks de onrust die de coronacrisis momenteel binnen organisaties veroorzaakt, is het belangrijk dat dit traject zorgvuldig verloopt en het uiteindelijke doel wordt bereikt; dat de administratie eenvoudiger wordt en daardoor de administratieve lasten structureel worden verlaagd!

Heeft jouw organisatie in de toekomst hulp nodig bij het begeleiden van dit traject, op orde krijgen van de administratie of het komen tot overeenkomsten? Of simpelweg behoefte om eens over het onderwerp te sparren? We leggen het je graag uit!

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Zo ben jij elke maand op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de zorg!

Gerelateerde berichten

Blog29 mrt 2025

Speech-to-text in Medicore: tijdwinst met Verticai & Medendo

Lees meer
Blog29 mrt 2025

Medicore UP: De virtuele ECD/EPD assistent die je tijd en inzichten teruggeeft

Lees meer
Blog28 mrt 2025

Het Medicore-ecosysteem efficiënter werken: Verminder administratieve lasten in GGZ en jeugdzorg

Lees meer
Opname05 jun 2020

How to learn machine learning

Op 4 juni vond het webinar plaats ‘How to learn machine learning?’. Heb je het gemist of wil je het terugkijken? Dat kan hier!

Iedereen praat over data science, maar hoe en waar begin je? Joran Lokkerbol van Trimbos Instituut neemt je mee in de wereld van machine learning en laat zien wat het voor jouw instelling kan betekenen. Hij geeft inspirerende voorbeelden en praktische tips, zodat jij een vliegende start kunt maken! Ravian Wettstein, Arts-onderzoeker en Jeroen Kroesen, Hoofd ICT, vertellen over hun praktijkervaringen met machine learning bij ADHDcentraal. Jeroen Sen legt uit hoe we binnen Medicore omgaan met machine learning. Verder wordt er antwoord gegeven op verschillende vragen die door deelnemers worden gesteld tijdens het webinar.

Praktische hand-out over machine learning
Naast de opname heb je toegang tot de PowerPoint presentatie en de praktische hand-out. Aan de hand van het CRISP-DM model laten wij zien hoe je in 6 stappen met data science kunt starten! Als voorbeeld hanteren we hoe Ravian Wettstein en Jeroen Kroesen van ADHDcentraal aan de slag zijn gegaan met hun eigen machine learning project onder leiding van Joran Lokkerbol van het Trimbos Instituut tijdens de Medicore data science masterclass.

Na het volgen van dit webinar heb je handvaten om te starten met je eigen machine learning project.

 

Bekijk de opname

Vul onderstaand formulier in en ontvang de opname van het webinar.

Door op de button te klikken ga je akkoord met het Medicore privacy statement.

Whitepaper20 apr 2020

Data Science in de zorg

Al jarenlang leggen zorgaanbieders een schat aan data vast over de zorg die zij leveren. Nu is het tijd om al die historische data voor hen te laten werken. Door de snelle technologische ontwikkelingen heeft Data Science enorme potentie: extra inzichten uit data versterken de klinische expertise en bieden oplossingen die de efficiëntie verhogen en de werkdruk verlagen.

Al jarenlang leggen zorgaanbieders een schat aan data vast over de zorg die zij leveren. Nu is het tijd om al die historische data voor hen te laten werken. Door de snelle technologische ontwikkelingen heeft Data Science enorme potentie: extra inzichten uit data versterken de klinische expertise en bieden oplossingen die de efficiëntie verhogen en de werkdruk verlagen.

Samen met 6Gorilla’s schreven we de whitepaper ‘Data Science in de zorg’.
Hierin lees je alles over:

  • De werking van Data Science in de zorg
  • Wat Data Science voor jouw zorgorganisatie kan betekenen
  • Hoe je zelf een start maakt met de verwerking van interessante data
  • Interessante voorbeelden uit de praktijk

Mail mij deze whitepaper

Vul onderstaand formulier in om de whitepaper te ontvangen.

Door op de button te klikken ga je akkoord met het Medicore privacy statement.

Gerelateerde berichten

Whitepaper27 feb 2025

Zorgwetgevingsradar 2025 ggz, sociaal domein en medisch specialistische zorg

Ieder jaar verandert er veel in de wetgeving in de zorg. In dit whitepaper nemen wij je mee in de grootste wijzigingen.
Lees meer
Whitepaper22 okt 2024

Alles over UP

UP zorgt ervoor dat zorgverleners in één oogopslag zien wat echt belangrijk is, zodat ze meer tijd hebben voor wat er toe doet: de zorg zelf. In dit whitepaper duiken we dieper in wat UP precies is en hoe het werkt. We bespreken niet alleen de voordelen voor zorgverleners, maar ook de technische achtergrond die dit mogelijk maakt, zoals de slimme integraties en de krachtige data-analysemogelijkheden. Je ontdekt hoe UP zorg eenvoudiger en efficiënter maakt, en hoe dit pas het begin is van een nieuwe manier van werken in de zorg.
Lees meer
Whitepaper09 okt 2024

Next level sturen op zekerheid

Betere sturing zorgt voor hogere kwaliteit van zorg, in dit whitepaper ontdek je hoe je in vijf stappen naar next level sturing gaat met Medicore.
Lees meer
Whitepaper21 mrt 2020

Data is de motor voor procesverbetering in de zorg

Rol van data in de keten

Data-uitwisseling in de keten is noodzakelijk om zorgprocessen te optimaliseren, efficiency te verhogen en de kwaliteit van zorg te verbeteren. Niet alleen in de eigen organisatie, maar in de hele zorgketen. Wat is er technisch voor nodig om dit te realiseren? Wat betekent dit voor de manier van werken van zorgverleners? En wat moet er geregeld worden qua privacy?

In deze whitepaper lees je onder meer:

  • hoe de samenwerking in zorgecosystemen verandert
  • wat de voorwaarden zijn voor éénmalig vastleggen, meervoudig gebruik
  • hoe Datawarehouse as a Service alle data combineert
  • hoe je de privacy van cliënten waarborgt
  • dat er om de toekomst geen ruimte meer is voor gesloten software

Mail mij deze whitepaper

Vul onderstaand formulier in om de whitepaper te ontvangen.

Door op de button te klikken ga je akkoord met het Medicore privacy statement.

Gerelateerde berichten

Whitepaper27 feb 2025

Zorgwetgevingsradar 2025 ggz, sociaal domein en medisch specialistische zorg

Ieder jaar verandert er veel in de wetgeving in de zorg. In dit whitepaper nemen wij je mee in de grootste wijzigingen.
Lees meer
Whitepaper22 okt 2024

Alles over UP

UP zorgt ervoor dat zorgverleners in één oogopslag zien wat echt belangrijk is, zodat ze meer tijd hebben voor wat er toe doet: de zorg zelf. In dit whitepaper duiken we dieper in wat UP precies is en hoe het werkt. We bespreken niet alleen de voordelen voor zorgverleners, maar ook de technische achtergrond die dit mogelijk maakt, zoals de slimme integraties en de krachtige data-analysemogelijkheden. Je ontdekt hoe UP zorg eenvoudiger en efficiënter maakt, en hoe dit pas het begin is van een nieuwe manier van werken in de zorg.
Lees meer
Whitepaper09 okt 2024

Next level sturen op zekerheid

Betere sturing zorgt voor hogere kwaliteit van zorg, in dit whitepaper ontdek je hoe je in vijf stappen naar next level sturing gaat met Medicore.
Lees meer
Blog18 feb 2020

De nieuwe toepassingen van de Wvggz in de jeugdzorg die jij moet weten

De Wvggz (Wet verplichte GGZ) en Wzd (Wet zorg en dwang) zijn per 1 januari 2020 in werking getreden ter vervanging van de Wet BOPZ (bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen). Deze wetten maken het mogelijk verplichte zorg in te zetten voor enerzijds mensen met een verstandelijke beperking of dementie (Wzd) en anderzijds mensen met een psychiatrische aandoening (Wvggz). Beide wetten kunnen ook worden toegepast binnen de zorgverlening vanuit de Jeugdwet, waarbij voornamelijk de Wvggz van toepassing zal zijn. Wij zetten de gevolgen voor de zorgaanbieders en cliënten op een rij.

Bekijk profielBekijk profiel

Gevolgen voor de zorgaanbieders

Er zijn een aantal belangrijke gevolgen voor jeugdzorgaanbieders in het kader van de Wvggz:

1.       Registratie openbaar register: Onder de Wet Bopz mocht alleen dwang worden toegepast in zorginstell   ingen waarbij de zorgaanbieder een Bopz-aanmerking toegekend kreeg van de minister van VWS. Hiervoor moest de zorgaanbieder aan een aantal criteria voldoen. De inspectie toetste vooraf of de aanbieder voldoet aan de gestelde criteria. Onder de nieuwe wetten vindt een dergelijke toetsing niet meer plaats. Wel moeten zorgaanbieders die verplichte en onvrijwillige zorg bieden zich laten registreren in een openbaar register.

2.       Toename administratieve lasten: Er wordt gewaarschuwd voor de enorme hoeveelheid administratieve lasten en bureaucratie die de wetgeving met zich mee brengt. Voor elke vorm van verplichte zorg is er meer voorwerk, meer vastlegging en meer overleg nodig. En daarnaast is het klachtrecht fors uitgebreid: van 5 klachtgronden in de BOPZ naar 24 in de nieuwe wetgeving. Bijna bij elk afzonderlijk ‘informatieproduct’ – en dat zijn er 47(!) – moet expliciet de subsidiariteit, proportionaliteit, doelmatigheid en veiligheid beschreven worden. Dit kost erg veel tijd!

3.       Aanpassingen Elektronische cliëntendossiers: Naast veranderingen in de praktijk heeft de wetswijziging ook invloed op de registratie in het dossier van de cliënt. Idealiter wordt het ECD zodanig aangepast dat het ondersteunend is aan het nieuwe proces, gegevens kan genereren die nodig zijn ten behoeve van overzichten over de verleende onvrijwillige zorg en actief kan signaleren op belangrijke termijnen binnen de Wvggz.

Gedwongen behandeling bij jongeren

Voor jongeren onder de 18 jaar maakte de Jeugdwet het al mogelijk om een behandeling onder dwang in te zetten. Dit kon alleen wanneer een jongere met een ‘machtiging gesloten jeugdzorg’ opgenomen was in een instelling voor gesloten jeugdzorg. En voor zover de behandeling noodzakelijk was om de met de jeugdhulp beoogde doelen te bereiken of voor zover dat noodzakelijk is voor de veiligheid van de jeugdige of anderen.

De mogelijkheden van toepassing van de Wvggz binnen de jeugdzorg zijn als volgt:

1.       Wanneer één van de (toekomstige) ouders psychiatrische problemen heeft en daardoor niet in staat is om verantwoord te kunnen opvoeden. Of zelfs ernstig nadelig gedrag voor een (ongeboren) kind vertoont en op basis van de Wvggz verplichte zorg krijgt. Bij ernstig nadelig gedrag kan door de rechter (voorlopige) ondertoezichtstelling (OTS) worden opgelegd om de bedreigingen weg te nemen. Het betekent dat de ouder verplichte hulp en steun krijgt om de bedreigingen in de ontwikkeling van het kind weg te nemen. De jeugdzorg houdt daar toezicht op en toetst of het kind veilig opgroeit.

2.       Per leeftijdscategorie verschilt de werkwijze. Onder de 16 jaar wordt een kind niet als bekwaam gekenmerkt om zelfstandig beslissingen te nemen die horen bij het toepassen van verlichte zorg. Een vertegenwoordiger, meestal de ouders of eventueel een voogd, neemt deze beslissing. Indien zij hieraan niet mee willen werken dan moet de zorgverantwoordelijke een verzoek voor een mentorschap indienen bij de rechter. In de praktijk is de verwachting dat (net zoals nu onder de huidige Bopz) er op dat moment vaak ook de route (V)OTS wordt ingezet of al loopt, omdat veilig opgroeien in deze situatie in het geding is (op grond van de Wvggz).
Vanaf 16 jaar geschiedt de behandeling voor psychiatrische problematiek in eerste instantie vrijwillig, zoals dat volgens de Jeugdwet geregeld is. Indien de cliënt geen zorg wil, maar anderen (de ouders of de hulpverleners) dat wél nodig vinden, dan kunnen zij proberen dat af te dwingen via het meldpunt Wvggz. Net als volwassenen mogen jongeren van 16 en 17 jaar een vertegenwoordiger machtigen. Zowel de vertegenwoordiger(s) als de jongere moeten dan worden gehoord als er een crisismaatregel in zicht is.

Het standpunt ten opzichte van onvrijwillige zorg is “Nee, tenzij…”. De wet schrijft een stappenplan voor welke zowel intramuraal als extramuraal toegepast moet worden om onvrijwillige zorg (enkel als geen enkele lichtere interventie past en er daadwerkelijk hoog risico is) in te zetten.

Met de Wvggz naar gedwongen behandeling

In de Wvggz staat de gedwongen opname van een patiënt niet meer centraal. Er wordt gesproken van persoonsvolgende zorg. Hiermee is gevolg gegeven aan de aanbeveling om in de nieuwe wet de rechtspositie van alle psychiatrische patiënten in verschillende settings (thuis of in een psychiatrische instelling) weer te geven. Met het loslaten van het locatiegebonden uitgangspunt worden in deze wet verschillende mogelijkheden van zorg beschreven.

De zorg kan bestaan uit:

  • Interventie (verzorging, behandeling);
  • Medische handelingen (zoals toediening van medicatie);
  • Pedagogische, vrijheidsbeperkende en therapeutische maatregelen;
  • Opname in een accommodatie;
  • Beperking van de bewegingsvrijheid;
  • Afzondering of separatie;
  • Beperking in het ontvangen van bezoek en post;
  • Toezicht op betrokkene;
  • Onderzoek aan het lichaam en controle op gedrag beïnvloedende aanwezige middelen.

Anders dan in de Wet BOPZ, waar de rechter zich slechts uitlaat over gedwongen opname, kan de rechter nu ook dwangbehandeling bij een minderjarige opleggen.

2020 als overgangsjaar
De inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) gaat gedurende het jaar nog niet controleren. Dit jaar wordt namelijk gezien als overgangsjaar. Hierdoor zal de controle op de wet niet gelijk starten en krijg je de tijd om de wijzigingen door te voeren.

We adviseren je graag over registratie openbaar register, administratieve lasten of de aanpassingen in het Elektronisch cliëntendossiers.

Bekijk profielBekijk profiel

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Zo ben jij elke maand op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de zorg!

Gerelateerde berichten

Blog29 mrt 2025

Speech-to-text in Medicore: tijdwinst met Verticai & Medendo

Lees meer
Blog29 mrt 2025

Medicore UP: De virtuele ECD/EPD assistent die je tijd en inzichten teruggeeft

Lees meer
Blog28 mrt 2025

Het Medicore-ecosysteem efficiënter werken: Verminder administratieve lasten in GGZ en jeugdzorg

Lees meer
Blog16 dec 2019

Alleen landelijke oplossing helpt hoofd- en onderaannemers bij verantwoording en financiering van Jeugdzorg

Sinds de overheveling van Jeugdzorg naar gemeenten in 2015, zien we steeds vaker dat contractering gaat via een stelsel met een hoofdzorgaanbieder in combinatie met andere zorgaanbieders. Gemeenten wijzen daarvoor hoofdaannemers aan die zowel administratief als medisch-inhoudelijk verantwoordelijk zijn, óók voor wat onderaannemers doen. Dat betekent voor veel zorginstellingen (extra) uitdagingen, omdat de huidige infrastructuur en standaarden voor berichtenverkeer hier nog niet op zijn ingericht.

Medicore pleit voor een landelijke oplossing: “Een oplossing waar alle partijen van profiteren is uiteindelijk veel beter voor de zorgbudgetten. Allemaal zelf het wiel uitvinden is verspilling van schaarse middelen.”

Hoofd- en onderaannemerschap in Jeugdzorg

Sommige gemeenten kiezen ervoor een beperkt aantal Jeugdzorgaanbieders te contracteren. De gecontracteerde zorgaanbieders zijn medisch inhoudelijk en financieel eindverantwoordelijk voor de Jeugdzorg die geleverd wordt in de regio. Deze zorgaanbieder (hoofdaannemer) beslist wie de zorg voor het kind uitvoert. De hoofdaannemer kan zelf de zorg verlenen, maar kan het ook (gedeeltelijk) uitbesteden aan één of meerdere onderaannemers. De zorginstelling die hoofdaannemer is, blijft eindverantwoordelijk en legt ook over administratieve stromen en medisch-inhoudelijke zaken van de onderaannemer verantwoording af aan de gemeente. Voor de onderlinge afrekening declareren de Jeugdhulp aanbieders ook onderling.

Extra taken en verantwoordelijkheden voor de hoofdaannemer

De rol van hoofdaannemer is voor veel zorginstellingen een nieuwe tak van sport. Want die extra verantwoordelijkheid betekent ook contracten opstellen, overeenkomsten aangaan, toezicht houden en communiceren over zorginzet. En dat met zowel zorgaanbieders buiten het eigen expertiseveld, als met zorgaanbieders die eigenlijk ‘concurrenten’ zijn binnen de regio. In feite verschuiven de administratieve lasten zo van de gemeente naar de zorginstelling. Vanwege de schaarste op de zorgarbeidsmarkt en de versnippering in de Jeugd zorgsector, krijgt de hoofdaanbieder te maken met een groot aantal onderaannemers.

We zien voor zowel hoofd- als onderaannemers (extra) uitdagingen:

  • De hoofdaannemer moet verantwoording afleggen aan de gemeente, ook over wat de onderaannemer doet. Dit geldt zowel administratief als medisch-inhoudelijk. De hoofdaannemer is eindverantwoordelijk en moet dus alles overzien.
  • De hoofdaannemer is verantwoordelijk voor het regelen van contracteringen met onderaannemers. Voorheen lag deze taak bij de gemeente.
  • Veel zorginstellingen hebben geen middelen en mensen om deze extra werkzaamheden efficiënt te laten verlopen. Vaak zijn processen binnen de instellingen niet ingericht op deze taken.
  • De infrastructuur, berichten en berichtenstandaarden ondersteunen deze informatie en declaratiestromen niet. Berichtenstandaarden zijn nu bedoeld voor zorginstellingen om met gemeenten te communiceren, zoals bericht jw301 tot en met jw316. Terwijl het nu juist nodig is dat onderaannemers en hoofdaannemers ook met elkaar communiceren.

Er is op dit moment geen infrastructuur die het mogelijk maakt dat zorgaanbieders onderling berichten uitwisselen. Op dit moment wordt met name de infrastructuur van Vecozo gebruikt voor procesondersteuning en facturatie. Nieuwe infrastructuur of aanpassingen aan de huidige infrastructuur moeten het mogelijk maken om communicatie-, declaratie- en verantwoordingsberichten tussen hoofdaannemer en onderaannemer uit te wisselen. Zorgverleners die al via hoofd- en onderaannemerconstructies werken, geven aan dat het op kleine schaal nog wel te doen is zonder landelijke infrastructuur en afspraken hierover. Facturen worden handmatig verstuurd. Maar hoe gaat dit als een hoofdaannemer straks de zorgtaken moet verdelen? De administratieve last verschuift van de gemeente naar de hoofd- en onderaannemers, ondermeer omdat er een grote informatie- en facturenstroom ontstaat.

Gestandaardiseerde infrastructuur om kosten binnen de perken te houden

Amy Ahluwalia vindt dat de infrastructuur voor zorgaanbieders onderling gestandaardiseerd moet worden. “Alleen met gestandaardiseerde infrastructuur kunnen we gezamenlijk de administratieve lasten binnen de perken houden. Verantwoording en rapportages moeten op een eenduidige manier vormgegeven worden, zodat het makkelijker uitgewisseld kan worden. Dit wordt alleen haalbaar als we landelijke afspraken maken over de inhoud en de manier waarop we dit gaan doen.”

Welke informatie moet er uitgewisseld worden en hoe wisselen we deze informatie uit? Kunnen we dat via een koppeling doen? Dat zijn allemaal vragen die ter sprake komen bij diverse overleggen waaraan wij deelnemen. Medicore zit ook aan tafel bij Vecozo, Ketenbureau Sociaal Domein en Zorginstituut Nederland zodat we bij kunnen dragen aan de vormgeving hiervan.

Vecozo verkent momenteel de mogelijkheden om declaraties tussen ziekenhuizen mogelijk te maken via hun eigen infrastructuur. Als dit goed aansluit, kan dit mogelijk ook bijdragen aan een oplossing voor de geestelijke gezondheidszorg en de Verpleging & Verzorging. Medicore is nauw betrokken bij deze ontwikkelingen, mede omdat we hierin veel toegevoegde waarde voor de Jeugdzorg zien.

Ook voor ons ECD, Medicore, betekent dit dat we moeten doorontwikkelen aan de hand van nieuwe standaarden, infrastructuur en koppelingen om tijdsregistratie en medisch inhoudelijke informatie uit te wisselen en facturatie tussen hoofd- en onderaannemers beter te ondersteunen.
Er zijn 4 scenario’s:

  1. Onze opdrachtgever is onderaannemer. De hoofdaannemer werkt met een EPD/ECD van een andere softwareleverancier. De zorg wordt onafhankelijk van elkaar geleverd.
  2. Onze opdrachtgever is hoofdaannemer. De onderaannemer gebruikt een ander EPD/ECD softwarepakket. De zorg wordt onafhankelijk van elkaar geleverd.
  3. Onze opdrachtgevers werken onafhankelijk van elkaar vanuit één Medicore gebruikersomgeving, waarbij beide zorgaanbieders op behandelniveau wisselend de rol van hoofdonderaannemer dan wel onderaannemer ten opzichte van elkaar kunnen vervullen. De zorg wordt onafhankelijk van elkaar geleverd.
  4. Onze opdrachtgevers werken onafhankelijk van elkaar vanuit één of meerdere Medicore gebruikersomgevingen of andere EPD/ECD systemen samen. Medicore ondersteunt bij gedeelde dossiervoering en administratie. De zorg wordt in nauwe samenwerking tussen de zorgaanbieders geleverd. Wij willen graag aan de slag om voor deze 4 scenario’s een geïntegreerde oplossing voor onze opdrachtgevers uit te werken. Daar hebben we ook ideeën over, waarbij voor een duurzame oplossing landelijke infrastructuur wordt vereist.

Hoe werkt dit binnen de AVG?

In eerdere klantfocussessies en bijeenkomsten die we hierover organiseerden kwamen veel vragen over onderlinge inzage in het dossier van de cliënt en privacy naar voren. Om de privacy te waarborgen zijn er strenge Europese certificeringsvereisten voor systemen die uitwisseling van gegevens tussen onafhankelijke organisaties mogelijk maken. Bij verzenden van persoonsgegevens door een zogenaamde ‘brondossierhouder’ aan één of meerdere zorgaanbieders die een behandelrelatie hebben met de betrokkenen (pushverkeer) is toestemming vooraf niet vereist. Wel moet de cliënt ervan op de hoogte zijn dat persoonsgegevens en patiëntgegevens kunnen worden verstrekt en moet de cliënt daar zelf bezwaar tegen kunnen maken. Dat kan bijvoorbeeld op een webpagina binnen het PGO of het cliëntportaal van de zorgaanbieder.

Gerelateerde berichten

Blog29 mrt 2025

Speech-to-text in Medicore: tijdwinst met Verticai & Medendo

Lees meer
Blog29 mrt 2025

Medicore UP: De virtuele ECD/EPD assistent die je tijd en inzichten teruggeeft

Lees meer
Blog28 mrt 2025

Het Medicore-ecosysteem efficiënter werken: Verminder administratieve lasten in GGZ en jeugdzorg

Lees meer
Blog03 mei 2019

De vier voordelen van groepsregistratie in Medicore

Maarten van Vulpen

Zorgverslimmer bij Medicore

Bekijk profielBekijk profiel

Tenzinger heeft het registreren van een groepsbehandeling slim opgelost in Medicore. Groepsregistratie maakt het voor zorgverleners mogelijk om direct vanuit de agenda, het zorgpad of de behandeling de gegevens vast te leggen. In één scherm legt de zorgverlener zowel het groepsverslag als het individuele verslag van de groepsafspraak vast. Gegevens zoals groepsleden, behandeltype, activiteiten en bestede tijd hoeven niet eens meer ingevoerd te worden; deze gegevens hoeven slechts gecontroleerd te worden. Dat scheelt veel tijd. In slechts drie stappen is de gehele registratie voor alle groepsleden afgerond.

 

De vier voordelen

 

1. Behandeling

Het is mogelijk om binnen één groep cliënten met verschillende behandeltypen te plaatsen. Er kan met 1 druk op de knop tijd geschreven worden bij cliënten met een SGGZ, Basis GGZ, jeugdhulp en Wmo behandeling en voor dagbesteding.

 

2. Activiteit

SGGZ, Basis GGZ, Wmo, Jeugdhulp en dagbesteding hebben ieder hun eigen activiteiten of behandelcomponenten, maar ook dit kan zonder problemen binnen één groep geregistreerd worden.

 

3. Minuten

Het Medicore ECD verdeelt de tijd van de groepssessie evenredig over het aantal deelnemers waarbij directe, indirect en ook reistijd kan worden weggeschreven. Komen groepsleden later binnen, moeten ze eerder weg, of zijn ze ziek, ook dat is heel gemakkelijk aan te geven.

 

4. Verslag

Binnen de groepsregistratiemodule kan een groepsverslag gemaakt worden en een individueel verslag per cliënt. Het groepsverslag komt automatisch in de dossiers van alle deelnemers terecht. Het individuele verslag gaat natuurlijk alleen naar het dossier van de betreffende cliënt.

 

Heeft u een vraag?

Maarten van Vulpen

Zorgverslimmer bij Medicore

Neem contact opNeem contact op

Gerelateerde berichten

Blog29 mrt 2025

Speech-to-text in Medicore: tijdwinst met Verticai & Medendo

Lees meer
Blog29 mrt 2025

Medicore UP: De virtuele ECD/EPD assistent die je tijd en inzichten teruggeeft

Lees meer
Blog28 mrt 2025

Het Medicore-ecosysteem efficiënter werken: Verminder administratieve lasten in GGZ en jeugdzorg

Lees meer

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Zo ben jij elke maand op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de zorg!

Door op de button te klikken ga je akkoord met het Medicore privacy statement.