Wat is het woonplaatsbeginsel Jeugdwet?
In een eerdere blog nam onze collega Sanne Kuyvenhoven je al mee in “het weerbarstige woonplaatsbeginsel jeugdwet”. Het woonplaatsbeginsel bepaalt welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de jeugdhulp. Op dit moment is de gemeente, waar de gezaghebbende ouder van het kind woont, financieel verantwoordelijk voor de geleverde zorg. De reden van deze wijziging is het eenduidiger van het woonplaatsbeginsel maken en deze beter te laten aansluiten op de doelen van de Jeugdwet.
Zoals in de inleiding al beschreven zou het nieuwe woonplaatsbeginsel al in 2021ingevoerd worden. Dit werd met een jaar uitgesteld. De reden hiervoor was de coronacrisis in combinatie met het extra werk dat ontstond doordat de centrale BRP-voorziening (Basisregistratie Personen) niet geraadpleegd mocht worden. Dit laatste was nodig voor de ontwikkeling van een webapplicatie die ter beschikking zou worden gesteld aan gemeenten om de adreshistorie van de jeugdige te raadplegen. Deze applicatie zou gebruik maken van de centrale BRP-voorziening. Later bleek hier geen wettelijke grondslag voor was.
De wijzigingen in 2021 ten opzichte van 2022
Woonplaatsbeginsel in 2021
De financieel verantwoordelijke gemeente is gebaseerd op de woonplaats van de gezagdrager (voogd, ouder of instelling).
Woonplaatsbeginsel in 2022
De verantwoordelijke gemeente wordt op basis van onderstaande punten bepaald:
- Ambulante zorg: de verantwoordelijke gemeente is die waar de jeugdige staat ingeschreven volgens de BRP;
- Zorg met verblijf: de verantwoordelijke gemeente is die waar de jeugdige stond ingeschreven volgens de BRP direct voorafgaand aan de start van de zorg met een verblijftraject. Deze gemeente blijft financieel verantwoordelijk voor de verlening van alle jeugdzorg tot het verblijf stopt;
- Combinatie van zorg met verblijf en ambulante zorg: de verantwoordelijke gemeente waarin de zorg met verblijf wordt geboden is leidend. De gemeente die als verantwoordelijke wordt aangewezen voor de zorg met verblijf, is onder het nieuwe woonplaatsbeginsel daardoor verantwoordelijk voor zowel de ambulante zorg als de zorg met verblijf;
- In situaties waarin niet kan worden vastgesteld welke van de bovenstaande beginselen van toepassing is, dan is de verantwoordelijke gemeente die waar de moeder stond ingeschreven bij de geboorte van de jeugdige of waar de jeugdige op dat moment werkelijk verblijft op het moment van de hulpvraag.
Voordelen van de wetswijziging
Het huidige woonplaatsbeginsel brengt wel eens problemen met zich mee. Zo is het bijvoorbeeld niet altijd duidelijk welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de geleverde zorg. De reden hiervan is dat bij de initiële zorgvraag moet worden bepaald wie de gezagdrager is en waar deze staat ingeschreven. In veel gevallen kost dit veel tijd, omdat het gezag register moet worden geraadpleegd en niet het Basisregistratie Personen (BRP). Daarnaast kan de gezagsdrager tussentijds het gezag verliezen of verhuizen. Hierdoor kan tussentijds een andere gemeente financieel verantwoordelijk worden voor de zorg aan de jeugdige. In zulke gevallen zal de jeugdige altijd de dupe zijn. Daarnaast zijn zorgorganisaties veel tijd kwijt aan het zoeken naar de juiste financier.
Het grote voordeel van de verandering in het woonplaatsbeginsel is dat de gemeente, waar de jeugdige op het moment van de initiële zorgvraag staat ingeschreven, ook de gemeente is die verantwoordelijk is en blijft voor het gehele zorgtraject. Aangezien er nu niet meer naar de woonplaats van de gezagsdrager wordt gekeken maar naar die van de jeugdige, kan de jeugdige sneller geholpen worden.
Wil je weten wat deze wijziging voor de zorgcontractering en zorgadministratie binnen jouw zorgorganisatie betekent? Lees dan verder in deze blog geschreven door onze collega’s van Cure4.
*Cure4 is onderdeel van Tenzinger.